De Lecher Antenne is een meetinstrument waarmee o.a. vitaliteit van weefsels en organen kan worden gemeten. Hiermee kan exact de mate van gezondheid of pathologie van een orgaan of weefsel bepaald worden.

Met de huidige ontwikkelingen in de kwantumfysica wordt er steeds meer bekend en kunnen dingen –tot voor kort onbegrepen en onverklaarbaar– nu wel worden verklaard. Zo ook de werking van de Lecher-antenne.

De meetlat (soort liniaal) van de Lecher-antenne kun je vergelijken met de hals van een gitaar. Door je vinger op een bepaalde snaar en op een bepaalde hoogte op deze snaar te leggen bepaal je de toon. Dit is vergelijkbaar met instellen van de schuif op de meetlat: door de schuif op een bepaalde hoogte op de meetlat in te stellen, bepaal je de golflengte – de specifieke frequentie – die je wil meten. Ons lichaam fungeert hierbij als de klankkast of de resonantiekast van de gitaar.

Net zoals je met gitaarspelen je vingers moet laten bewegen om muziek te maken, zal er bij het alleen vasthouden van de Lecher-antenne nog niets gebeuren. Om de energiewaarde te kunnen meten is een spanningsverschil nodig. Om dit spanningsverschil op te wekken zullen we de Lecher-antenne moeten laten bewegen. Dit is te vergelijken met de werking van een dynamo.

In een van de holle handgrepen van de Lecher-antenne zit een magneetstaaf met een plus (rood, korte zijde) en minpool (blauw, lange zijde).

Bij het opspannen van de Lecher-antenne (je vingers sluiten om de handvaten met een lichte spanning) creëer je met je lichaam een gesloten circuit tussen je beide handen. Door met de Lecher-antenne te bewegen in een energieveld wek je een stroompje op als de Lecher-antenne de golflengte herkent. Hierdoor zullen de onderarmspieren een minuscuul klein stroompje ontvangen en daardoor gaan samentrekken. Door training van je waarnemingsvermogen kun je je zenuwstelsel conditioneren – via onbewuste contracties van je onderarmspieren – als reactie op de zwakke signalen uit de handvaten van de Lecher-antenne.

Je eigen lichaam is hierbij het ijkpunt voor de energie die je gaat meten. Je gaat als het ware ijken en vergelijken. Daarom is het heel belangrijk op te spannen buiten het energieveld van je meetobject en vervolgens door het energieveld heen te bewegen. Door te blijven bewegen zal er een stroompje opgewekt blijven, totdat onze klankkast gevuld is met die betreffende frequentie, waarna de Lecher-antenne omklapt en niet meer rechtop gezet kan worden zonder opnieuw op te spannen. Hoe sterker de energie is, des te eerder is de klankkast gevuld en zal de Lecher-antenne dus omklappen.

Dit is vergelijkbaar met een leeg kopje dat je door de straal van een stromende kraan beweegt: als de kraan ver open staat, is je kopje vol na 1, 2 of 3 keer erdoorheen bewegen. Als de kraan niet ver open staat, moet je er veel vaker doorheen bewegen om je kopje te vullen. Je telt het aantal keren dat je door het energieveld moest bewegen (het aantal ‘slagen’) voordat je Lecher-antenne omvalt en dit getal vertegenwoordigt de sterkte van die specifieke golflengte.